Naar inhoud

Overlijden doorgeven bij overlijdens­risico­verze­kering

Als er iemand overlijdt die dichtbij je staat, dan moet je veel regelen. FBTO wil het je zo makkelijk mogelijk maken. Lees onderstaande stappen goed door. Zo weet je precies waar je aan toe bent. En wat je van ons kunt verwachten.

1. Neem contact met ons op

Neem contact met ons op. Geef het overlijden van de verzekerde zo snel mogelijk aan ons door. Wij zorgen ervoor dat we geen premies meer afschrijven. Zijn er premies betaald na het overlijden? Die betalen wij terug.

Deze informatie hebben we nodig:

  • Hoe heet de overledene?
  • Op welke datum is hij of zij overleden?
  • Wat is het polisnummer?
  • Was de overledene getrouwd?
  • Had de overledene kinderen?
  • Naar welk adres kunnen wij post sturen?
  • Wat is jouw telefoonnummer?
  • Wat is jouw naam en wat is jouw relatie met de overledene?

2. Wij sturen je binnen 10 werkdagen een brief

  • Een kopie van de overlijdensakte. Neem hiervoor contact op met de gemeente waar de verzekerde is overleden.
  • Burgerservicenummer (BSN) van de verzekerde.
  • Oorzaak van overlijden.
  • Naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de begunstigde(n).
  • Kopie van het identiteitsbewijs van de begunstigde(n).
  • Handtekening(en) van de begunstigde(n).
  • Rekeningnummer van de begunstigde(n).

  • Een ondertekende verklaring van de pandhouder.Hierin staat welk bedrag we aan de pandhouder moeten uitkeren. En de informatie die we nodig hebben om het bedrag over te maken.
  • Informatie over een ondertekende en geldige betalingsopdracht / partnerverklaring. Dit document wordt om belastingredenen gebruikt. Voor de belasting gaat de uitkering naar de begunstigde. Maar wij keren uit aan de pandhouder. De pandhouder is er zo zeker van dat een schuld wordt terugbetaald. Bij een hypotheek bijvoorbeeld.

  • Een verklaring van erfrecht. Deze hebben we bijvoorbeeld nodig als meerdere kinderen of meerdere erfgenamen de uitkering krijgen. In de verklaring van erfrecht staat dan genoemd wie de kinderen of erfgenamen zijn. Een verklaring van erfrecht vraag je op bij de notaris. Een notaris rekent hiervoor kosten.
  • Een testament, als dat er is.
  • Extra gegevens, bijvoorbeeld als de verzekerde is overleden in het buitenland.
  • Naam, adres en woonplaats van de huisarts van de verzekerde. Deze gegevens hebben we nodig voor de onafhankelijke Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens (Den Haag). Deze commissie kunnen wij inschakelen als we de oorzaak van overlijden onderzoeken.

De pandhouder is meestal de bank of hypotheekverstrekker.

  • Als de verzekering nodig is bij een lening of hypotheek, wil de bank of hypotheekverstrekker vaak dat de verzekering wordt verpand. De bank of hypotheekverstrekker wordt dan pandhouder.
  • De pandhouder heeft als 1e recht op de uitkering.
  • Bij een uitkering uit de verzekering gaat de pandhouder dus voor op de begunstigde(n).
  • Met de uitkering wordt de schuld (of een gedeelte daarvan) terugbetaald. Bij een hypotheek bijvoorbeeld.
  • Is de uitkering uit de verzekering groter dan de schuld? Dan betalen we de rest aan de begunstigde(n).
  • Als je de verzekering wilt veranderen of stoppen, heb je toestemming nodig van de pandhouder.

3. Je stuurt alle gegevens die wij nodig hebben

Hoe sneller wij alle gegevens binnen hebben, hoe sneller wij kunnen uitkeren.

4. Wij beoordelen of we kunnen uitkeren

Hebben we alle gegevens binnen? Dan beoordelen we of we kunnen uitkeren. Zijn er geen bijzonderheden? Dan keren we zo snel mogelijk uit. In ieder geval binnen 10 werkdagen.

5. Soms hebben wij meer informatie nodig. Of doen wij een onderzoek

Hebben we meer informatie nodig? Of willen we meer onderzoek doen? Dan krijg je hierover een brief, soms met een vragenlijst. We hebben bijvoorbeeld meer informatie nodig als:

  • De verzekerde kort na de start van de verzekering overlijdt
  • Of bij een overlijden in het buitenland
  • Of als we fraude vermoeden

Soms is nog een onderzoek nodig door de Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens

Bij de start van de verzekering vragen wij om gezondheidsgegevens. Deze gegevens beoordelen wij. Om te bepalen of de verzekering kan starten. Het is volgens de wet verplicht dat de verzekerde de vragen op de gezondheidsverklaring eerlijk beantwoordt. En geen informatie achterhoudt. Ook als wij om meer gegevens vragen. Dat noemen we ‘mededelingsplicht’.

Als wij denken dat de verzekerde ons niet alle informatie gaf, doen we verder onderzoek. Dan sturen we de gegevens naar de Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens. Dat doen we ook als de verzekerde overlijdt in het eerste jaar van de verzekering. Behalve als de verzekerde overlijdt door een ongeval. Vertrouwen we het ongeval niet? Dan sturen we de gegevens wel naar de Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens.

De Toetsingscommissie onderzoekt of de verzekerde zich aan de mededelingsplicht hield.

De Toetsingscommissie geeft meestal binnen 3 maanden een advies

De arts van de Toetsingscommissie vraagt informatie op bij de huisarts of de arts van de overleden verzekerde. De commissie heeft deze tijd nodig omdat ze afhankelijk is van artsen die medische informatie geven.

De afspraken bij het onderzoeken van de mededelingsplicht

Het Verbond van Verzekeraars en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst maakten afspraken. Over hoe we om moeten gaan met het onderzoeken van de mededelingsplicht. In de brochure Convenant inzake toetsing mededelingsplicht gezondheidsgegevens (pdf) lees je hier meer over.

Meer informatie over de Toetsingscommissie

Lees op de website van AtotZekerheid meer informatie over hoe de Toetsingscommissie werkt. En over de regels die hierbij horen.

6. Wij laten de begunstigde(n) weten wat we uitkeren

Wij sturen de begunstigde(n) een brief als we een uitkering doen. In deze brief staat hoeveel we betalen aan de begunstigde(n). We keren het bedrag uit dat is verzekerd in de maand van overlijden. Je vindt het verzekerd bedrag per maand terug op de polis. We keren het bedrag in 1 keer uit (eenmalige uitkering).

We keren het verzekerd bedrag uit aan de begunstigde(n) die op de polis staan.

  • Als de polis is verpand (gekoppeld aan een lening of hypotheek) keren we eerst uit aan de pandhouder (bijvoorbeeld een bank of hypotheekverstrekker). Hierin staat welk bedrag we aan de pandhouder moeten uitkeren. En de informatie die we nodig hebben om het bedrag over te maken.
  • Is de uitkering uit deze verzekering groter dan de schuld? Dan keren we de rest uit aan de begunstigde(n).

Keren wij niet of minder uit aan de begunstigde(n)? Dan sturen wij de begunstigde(n) een brief. In deze brief leggen we uit hoeveel we betalen aan de begunstigde(n). Of waarom we niet uitkeren. Ook leggen we uit waarom we minder of niet uitkeren.

  • Als de verzekerde op de einddatum leeft.
  • Als de verzekerde op of na de einddatum overlijdt.
  • Als de verzekerde overlijdt nadat je de verzekering stopte.
  • Als de verzekerde overlijdt nadat wij de verzekering stopten.
  • Als je de 1e premie niet betaalde.
  • Als de verzekerde binnen 2 jaar na de start van de verzekering een poging tot zelfdoding doet. En daardoor overlijdt.
  • Als de verzekerde overlijdt bij een goedgekeurde (oorlogs)missie. En de regels voor medewerkers van het Ministerie van Defensie niet gelden.
  • Als de verzekerde in een buitenlands leger meedoet aan een oorlog of een opstand.
  • Als de verzekerde een terrorist is. En overlijdt bij het uitvoeren van een terroristische actie of een aanslag.
  • Als de verzekerde in een land of gebied is waarvoor een negatief reisadvies geldt.
  • Als wij verkeerde of misleidende informatie krijgen. Van jou of van de verzekerde.

Bekijk ook de polisvoorwaarden. Daar lees je precies wanneer we wel en niet uitkeren.

  • Bij terrorisme
  • Als niet alle premies zijn betaald
  • Als de verzekerde rookte. En premie is betaald voor een niet-roker
  • Als de verzekerde binnen 2 jaar na het verhogen een poging tot zelfdoding doet. En daardoor overlijdt
  • Als de regels voor medewerkers van het Ministerie van Defensie gelden.
  • Als wij verkeerde of misleidende informatie krijgen.

Bekijk ook de polisvoorwaarden. Daar lees je precies wanneer we wel en niet uitkeren.

  • Als de begunstigde veroordeeld is voor de dood van de verzekerde.
  • Als de begunstigde veroordeeld is voor het meewerken aan de dood van de verzekerde.
  • Als wij van de wet niet mogen uitkeren aan de begunstigde.
  • Als de verzekerde overlijdt door opzet van de begunstigde.

Bekijk ook de polisvoorwaarden. Daar lees je precies wanneer we wel en niet uitkeren.

Wat gebeurt er met de uitkering wanneer we niet uitkeren aan een begunstigde?

Als 1 persoon als begunstigde is genoemd, gaat de uitkering naar de volgende begunstigde(n) in het rijtje. Als een groep begunstigden is genoemd, gaat de uitkering naar de andere begunstigden in die groep.

Wat als een begunstigde het er niet mee eens is dat we minder of niet uitkeren?

Dan kan hij of zij bezwaar indienen bij: specialezaken.leven@fbto.nl.